Het bloed kruipt waar het niet gaan kan
In april 1989 kreeg ik van mijn intussen overleden oom, Prof Dr. Leopold Remouchamps, een bundeltje oude schriftjes in eigendom. De schriftjes waren dagboeken, zorgvuldig bijgehouden door zijn vader, mijn overgrootvader; Dr. Edouard Remouchamps uit Lier, België.
Zij beschrijven een aantal reizen die Edouard Remouchamps als jongeman van 27 jaar eerst van Lier naar ‘Holland’ en later in de functie van scheepsarts naar bestemmingen in Noord- en Zuid Amerika maakte.
De dagboekjes beschrijven zijn belevenissen en geven in detail een aantal zaken weer die hem tijdens het schrijven van zijn dagboeken en mij, bij het lezen er van, meer dan een eeuw later, boeiden.
De oorspronkelijke schriftjes zijn met eerst met potlood geschreven en daarna in inkt hérschreven. Zij zijn deels beschadigd als gevolg van de honderdvijfentwintig jaren welke inmiddels zijn verlopen. Vadertje Tijd, water, zonlicht en zelfs vraatzuchtige muizen hebben de kwaliteit van de schriftjes zeker geen goed gedaan. Ik denk dat de dagboeken interessante historische informatie bevatten en alleen al om die reden mogelijk een groter lezerspubliek verdienen.
Het resultaat is een aantal reisbeschrijvingen met de dagboeken als basis, aangevuld en gelardeerd met mijn eigen reiservaringen bij de koopvaardij die ik als zeventienjarige jongen zelf, veertig jaar geleden, opdeed.
Uiteraard niet op de hoogte van het feit dat mijn overgrootvader-honderd-drie-en-twintig jaar geleden- vermoedelijk dezelfde drang had als ikzelf- veertig jaar geleden.
Samenvatting
Deel 1 beschrijft een reis die Edouard maakt naar ‘Holland’. Hij bezoekt een aantal vrienden met wie hij gestudeerd heeft. Zijn reis voert hem van Lier naar Antwerpen. Vervolgens van Dordrecht naar Rotterdam, ’s Gravenhage, Leiden, Amsterdam, Harlingen naar Groningen.
Meer ...
Woensdag, 20 mei 1885 Rotterdam
De volgende halte zal Rotterdam zijn.
Ik ben nieuwsgierig hoe deze haven in opkomst de vergelijking met Antwerpen kan doorstaan. Eén ding is zeker.Veel verwachting heb ik niet van deze stad. De stad van Erasmus heeft zeker niet de historische en culturele achtergrond die de wereldhaven Antwerpen beroemd heeft gemaakt. Antwerpen heeft reeds eeuwen aan haar haven en haar infrastructuur gebouwd en heeft geprofiteerd van de welvaart die de wereldhandel met zich bracht. Het resultaat is af te lezen aan de vele prachtige huizen en paleizen van de rijke kooplieden, de kapellen, kerken en kathedralen.
Rotterdam heeft deze wereldhandel nooit gekend. De Calvinistische arbeidsethiek kent bovendien geen plaats en tijd voor schoonheid zoals bij ons.
Het is duidelijk dat we Rotterdam naderen.
Langs de Oude Maas neemt de bewoning toe; grote en kleinere boerderijcomplexen, kleine kerkdorpjes, arbeiders doende met versterken en uitgraven van de walkant, werkpaarden en lastkarren. De contouren van een grote stad doemen aan de horizon op.
Snel nadert Rotterdam. Het eerste wat mij opvalt zijn de twee enorme stalen bruggen die naast elkaar over de Maas gebouwd zijn .
Bruggen over de Maas
Deel 2 vertelt het verhaal van de reis naar Noord Amerika, met het ss. Switserland van de Red Star Line naar Philadelphia.
Meer ...
Woensdag, 14 Juli 1885
Wij naderen de Amerikaanse kust. Afgezien van de grote groep zeemeeuwen die wij hebben gesignaleerd bij Nova Scotia, hebben wij nog niets van ‘De Nieuwe Wereld’ gezien. Het eerste dat wij van Amerika zien is een lichtschip, dat voor de kust voor anker ligt. Maar dat gaat snel veranderen. Wij hebben intussen een loods aan boord gekregen die ons de volgende morgen naar binnen zal koersen. Het schip voert nu een rode lantaarn om aan te geven dat het commando om aan land te komen, door een loods is overgenomen. Bushman staat in deze situatie tijdelijk buiten spel en trekt zich terug in zijn eigen hut. Hij is ‘met verlof’ totdat het schip in Philadelphia zal afmeren. Het weer is nog steeds beroerd. Het is mistig, en het schip wordt pauzenloos geranseld door regenvlagen. Er staat een harde dwarse wind die het schip permanent vol in de stuurboordflank treft. Het gevolg is dat het schip vrijwel constant naar links over helt zodat vooral het beklimmen van trappen een waar avontuur is. Duikt het schip met zijn boeg in de golven en is men tijdens die beweging een trap in de lengterichting van het schip aan het afdalen, is het alsof je persoonlijk gewicht met de helft is afgenomen en men ‘zweeft’ als het ware. Stijgt het schip daarentegen bij de volgende beweging, is het gewicht van de afdaler ongeveer twee keer zo groot zodat het een letterlijk zwaar karwei is om de trap te gebruiken. Heeft het schip dan ook nog een permanente helling naar links, dan lijkt het alsof men acrobatische toeren voor een circusact aan het beoefenen is.
Vooral de stewards die vaak beladen met dienbladen vol met glazen, schotels, koppen en flessen zijn ware kunstenaars. Ik zie er twee elkaar passeren op een trap, waarbij er een omhoog en de ander omlaag gaat. Bij het overhellen van het schip naar links en de vrijwel onmiddellijke wending naar rechts passeren die twee gasten elkaar midden op de trap in een waarlijk atletische prestatie, waarbij alle glazen en flessen ongeschonden hun reis kunnen voortzetten. Achter een van de stewards loopt een passagier die vermoed dat de hele procedure tot botbreuken zal leiden en nabij snelt om te helpen. Niet nodig! De twee stewards passeren elkaar zonder problemen, doch de dappere behulpzame passagier, duikelt vijf treden de trap af en zit uiteindelijk beduusd op zijn gat onder aan de trap!
Ik ben werkelijk onder de indruk!
ss Switserland
Deel 3 vertelt het verhaal van een reis van Antwerpen naar Zuid-Amerika waar Edouard met het ss. Horrox van de firma Lamport en Holt, Buenos Aires, Rio de Janeiro en Montevideo bezoekt.
Meer ...
Vrijdag 4 december 1885
Het laatste dier dat wordt overgebracht is een Indische olifant. Zo’n drie meter hoog en vier meter lang. De 2e stuurman, die verantwoordelijk is voor het inschepen van het circus is begrijpelijkerwijs zeer nerveus en is in een drukke conversatie verwikkeld met de verzorgers van het beest. De discussie gaat over het gewicht van het beest. De stuurman schat het gewicht op zo’n vijfduizend kilo en is bang dat de laadboom van de ‘Horrox’ het zal begeven tijdens het overladen. De olifantenverzorgers gesticuleren luidruchtig dat het monster niet meer dan vier duizend kilo weegt en dat ze tot nu toe het dier altijd met één laadboom hebben kunnen overladen. De stuurman geeft toe en de takelprocedure neemt een aanvang.
Truusje komt aan dek
Tijdens al die bezoeken maakt hij aantekeningen en schetsen van de indrukken waar hij mee geconfronteerd wordt. Veel van die schetsen zijn als illustratie in het boek opgenomen.
De reizen geven een goede indruk hoe onze wereld er in 1885 uitzag.
Bestellen
Dit boek wordt uitgegeven door boekscout.
Klik hier om het boek via boekscout te bestellen.
Er zijn (nog) geen recenties.